Vaarbewijs exam 8 – VB1

Which law applies to the water?

What is the number of regulations encountered when starting on the Dutch section of the Kanaal Gent – Terneuzen and sailing to Dinteloord? The route is via Terneuzen, Westerschelde, Kanaal door Zuid-Beveland, Oosterschelde, Mastgat, Krammer, and Volkerak.

Een vaarwater is volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR):

U komt in het donker uit een voor u onbekende bocht een vrij-varende veerpont tegen met een groen licht boven en daaronder een wit licht en een rood licht. Wat is juist volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR)?

U ziet een schip dat een zwarte bol, een zwarte ruit en weer een zwarte bol loodrecht onder elkaar voert. Dit is volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) een:

Als varende schepen het sein ‘blijf weg’ horen van een ander schip, dan moet volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR):

Welke schepen moeten volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) zijn uitgerust met een marifoon?

Een snel schip moet voorrang verlenen aan een ander schip. Geldt dit in het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) altijd?

Fin is een klein motorschip, Wil is een kleine roeiboot en Petra is een klein zeilschip. Gelijktijdige doorvaart is in deze engte zonder stroom niet mogelijk. Regelt het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) dit? Zo ja, hoe?

Met wie moet een klein schip volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) rekening houden bij het keren?

In een smal vaarwater houdt klein motorschip Fred niet de stuurboordzijde aan. In welke volgorde mogen volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) deze schepen varen?

U nadert met een lage sloep een brug met aan weerszijden één rood licht en in het midden één geel licht (bovenste afbeelding). Op het moment dat u dichtbij de brug bent gaat de brug omhoog en wordt aan weerszijden van de brug rood boven groen getoond. Het gele licht blijft branden (onderste afbeelding). Wat is volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) juist?

Wat zijn de extra eisen voor een klein schip voor het varen bij slecht zicht op de Lek?

U ligt afgemeerd in een passantenhaven. Er komt een boot aan met passagiers die ook wil afmeren. Moet u volgens het Binnenvaartpolitiereglement (BPR) toestaan dat dit schip langszij bij u aanlegt en mogen zijn passagiers over uw boot naar de kade?

De algemeen geldende maximum snelheid waarmee op de Nederlandse vaarwegen met snelle motorboten mag worden gevaren is:

Voor een plezierjacht is het door de wet verboden om poep en plas overboord te gooien. Wat is in de wet nog meer bepaald?

Een klein schip korter dan 20 meter mag een groot schip slepen. Het is op dit moment niet bezig met een sleep.
Hoe wordt dit schip in het Rijnvaartpolitiereglement (RPR)gezien?

Wat bepaalt het (Rijnvaartpolitiereglement) RPR?

Eén van de oorzaken van het sulfateren van loodaccubatterijen is:

Welke brandblusser is geschikt voor brandklasse B en C branden?

Met hoeveel kilo extra drijfvermogen is een reddingvest 150N op grote wateren bij het dragen van zware waterdichte kleding veilig?

Het thermisch beveiligd zijn van een gastoestel wil zeggen dat:

Het is aan te bevelen een reddingsboei overdag te voorzien van een joon. Een joon dient om:

Welk topteken heeft een cardinale boei die aangeeft ‘veilig vaarwater aan de zuidzijde’?

Een onderbroken licht (Oc) is een licht waarvan:

Wat is de veilige doorvaarthoogte van de volgende brug volgens deze hoogteschaal?

Wat is de actuele waterstand?

Bij een vaste brug staat in de waterkaart: H 25 en D 9. U leest op de kaart dat de hoogte en de diepte gegeven zijn ten opzichte van kanaalpeil. KP = NAP – 3 dm.
De hoogte van uw schip is 22 dm boven water. De diepgang van uw schip is 90 cm. Op welk waterniveau moet het kanaal staan, zodat u onder de brug minimaal 1 dm speling heeft en onder de kiel ook minimaal 1 dm over is?

Wanneer spreekt men in de scheepvaart over mist? Bij een zicht minder dan:

U bent van plan om met uw motorschip op ruim vaarwater een tocht van ongeveer een uur van oost naar west te maken.  Op welk moment kunt u dit volgens het weerbericht op internet het beste doen en hoe?

Een vierkant bord met rode rand en een schuine rode dwarsbalk.  In het midden van het bord de tekst: SPORT.  Wat is de betekenis van dit bord?

Wat betekenen deze drie rode lichten?

U vaart op een stuurautomaat die gekoppeld is aan een kompas. Deze is ingesteld op de koers van K richting L. Ergens op de route (bij L) moet u uitwijken voor een schip dat voorrang heeft. U zet de stuurautomaat tijdelijk op stand-by. Hoe wordt de route daarna vervolgd, nadat deze weer op auto is gezet?

Drie schepen liggen voor anker op een meer waar een diepe vaargeul doorheen loopt.  Er moet rekening gehouden worden met het veranderen van de windrichting. Welk schip heeft een veilige ankerplaats gekozen?

Tijdens de normale loop (stationair) is de minimale snelheid omgeveer 6 km per uur. Bij het meer gas geven komt de boeg bij 15 km per uur omhoog en maakt veel lawaai en nog meer bij 20 km per uur.  Wanneer de boot nog sneller gaat varen dan begint die te planeren en mindert het lawaai.  Bij welke snelheid maakt deze boot de meeste golven?

Voor een sluis arriveert motorboot “Bea”, daarna vrachtschip “Geertruda”, daarna zeilboot “Voor de Wind” en daarna vrachtschip “Furie”. Wat is de volgorde van binnenvaren in de sluis?

Alle manoeuvres op stromend water, die te maken hebben met aankomen, afvaren, als ook ankeren, worden het beste:

U wilt afmeren aan hogerwal. Wat is de optimale manier om in deze situatie af te meren? Aan de kant staat iemand die u wilt helpen. Welke lijn geeft u aan die persoon om over een bolder aan de kant en dan weer terug op een bolder aan boord te beleggen? Welke manoeuvre voert u daarna als eerste uit?

U komt aan en gaat afmeren aan een kade met de wind van voren. Is elk van de volgende twee manieren goed uitvoerbaar?
1. Zoals op plaatje 1 maakt u de voortros vast en geeft gas met de schroef naar voren. Kan dit?
2. Zoals op plaatje 2 maakt u de voorspring vast en geeft gas in de achteruit. Kan dit?

U vaart een schip dat veel wind vangt. Er staat een harde wind van stuurboord. Het schip is uitgerust met een linkse schroef. U wilt aan lagerwal afmeren. Uw schip is uitgerust met een sterke boegschroef. Hoe kunt u dit het beste doen?